FAQ
Wat is/betekent: Magnitude: Lees verder
Magnitude is een begrip in de astronomie waarmee de helderheid van een ster of ander hemellichaam wordt uitgedrukt in een getal. Magnitude betekent letterlijk grootte of omvang.
Men onderscheidt:
Absolute helderheid, die bepaald wordt door de eigenschappen van het hemellichaam, ongeacht de afstand.
Schijnbare of waargenomen helderheid. Deze hangt af van de absolute helderheid, maar ook van de afstand tot de (aardse) waarnemer. Verder beïnvloeden bijvoorbeeld verstrooiing, absorptie en zwaartekrachtlenzen de waargenomen helderheid. De volle Maan is magnitude -12,7 en de zwakste ster die we met ons blote oog in donkere gebieden kunnen zien is magnitude +6. Overzicht schijnbare magnitudes zonnestelsel
Zon: – 27,5
Mercurius: – 1,3 tot 2,7
Venus: – 4,4 tot 3,3
Maan: – 12,6 (vol) tot – 2,50 (nieuw)
Planetoïdengordel: 6,4 tot 8,4
Jupiter: – 2 tot – 1,2
Saturnus: – 0,2 tot 0,6
Uranus: 5,5 tot 6,3
Neptunus: 7,7 tot 7,8
Men onderscheidt:
Absolute helderheid, die bepaald wordt door de eigenschappen van het hemellichaam, ongeacht de afstand.
Schijnbare of waargenomen helderheid. Deze hangt af van de absolute helderheid, maar ook van de afstand tot de (aardse) waarnemer. Verder beïnvloeden bijvoorbeeld verstrooiing, absorptie en zwaartekrachtlenzen de waargenomen helderheid. De volle Maan is magnitude -12,7 en de zwakste ster die we met ons blote oog in donkere gebieden kunnen zien is magnitude +6. Overzicht schijnbare magnitudes zonnestelsel
Zon: – 27,5
Mercurius: – 1,3 tot 2,7
Venus: – 4,4 tot 3,3
Maan: – 12,6 (vol) tot – 2,50 (nieuw)
Planetoïdengordel: 6,4 tot 8,4
Jupiter: – 2 tot – 1,2
Saturnus: – 0,2 tot 0,6
Uranus: 5,5 tot 6,3
Neptunus: 7,7 tot 7,8
Protoster: Lees verder
Een ster in wording. Sterren zoals de Zon, ontstaan uit stofwolken in het heelal. Door werveling in de wolk treden dichtheids- en zwaartekrachtverschillen op en ontstaat uiteindelijk een protoster (een ster in wording). De protoster begint te roteren om zijn as. Rond de protoster ontstaat in het baanvlak van de evenaar een planetaire schijf en vanuit de noord- en zuidpool een bipolaire straalstroom. Door de zwaartekracht trekt de protoster steeds meer materie aan en wordt steeds groter en zwaarder. Uiteindelijk wordt de druk in kern van de ster zo groot dat er nucleaire reacties ontstaan. De ster gaat “stralen” en wordt geboren als echte ster. De jonge ster blaast dan haar buitenste mantel met materie weg. Bij het ontstaan van de Zon ging dat net zo. Uit deze buitenste lagen ontstonden de vier “Aardse planeten”, (Mercurius, Venus, de Aarde en Mars) en veel verder weg de vier gasplaneten (Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus). Uiteindelijk ontstond zo ons zonnestelsel.
Ster of planeet: Lees verder
Een ster straalt door nucleaire reacties in de kern licht en warmte uit. Om de ster draaien planeten, die zijn ontstaan door samenklontering van stof tijdens de “geboorte” van de ster. Ze zijn afgekoeld en draaien in een baan om de ster. Afhankelijk van hun afstand tot de ster ontvangen ze warmte en licht. Ze reflecteren het sterlicht en stralen dus zelf geen licht uit. Aan de nachtelijke hemel twinkelen sterren en planeten doen dat niet.
Planetoïde of dwergplaneet Lees verder
Het verschil tussen een planetoïde en een dwergplaneet heeft te maken met de vorm en de eigen zwaartekracht. Bij een dwergplaneet is de eigen zwaartekracht zo hoog dat de planeet een ronde vorm heeft gekregen en een planetoïde kan elke grillige vorm hebben. Tussen de baan van Mars en Jupiter vinden we de Planetoïdengordel. In die gordel bevinden zich veel kleinere en grotere brokstukken die al sinds het ontstaan van ons zonnestelsel hun baantjes rond de Zon draaien. De dwergplaneten Ceres (doorsnede 950 km.) en Vesta (doorsnede 500 km) zijn de grootste. Ook in de baan van Jupiter vinden we veel van deze brokstukken, maar geen dwergplaneten. Aan de buitenste randen van ons zonnestelsel vinden we de Kuipergordel en verder weg de Oortwolk. Hier vinden we veel rots- en ijsbrokken en kometen.
Ecliptica Lees verder
De Aarde en de andere planeten bewegen ongeveer in hetzelfde vlak als de Zon. Dat is ook het vlak van de aardbaan, ofwel het vlak van de ecliptica. Dit wordt gebruikt als een referentievlak waarmee we de posities van objecten kunnen aangeven.
Astronomische Eenheid (AE) Lees verder
De afstand Zon – Aarde is 150 miljoen km. Deze afstand heeft men als basis genomen voor de afstandsbepaling binnen ons zonnestelsel en 1 astronomische eenheid genoemd (1AE). Mercurius staat dan op 0,39AE van de Zon, Jupiter op 5,2AE en de buitenste planeet Neptunus op 30AE. Neptunus staat dus 30 keer zover van de Zon als de Aarde.
Meteoor – meteoriet – meteoroïde Lees verder
Een meteoor is het lichtspoor van een meteoroïde die met zo’n hoge snelheid in onze dampkring komt dat hij verbrandt. Als hij niet helemaal verbrandt, dan slaat de meteoor als meteoriet in de aardbodem en veroorzaakt daar dan soms een inslagkrater. Soms ontploft een meteoor in de aardatmosfeer en is dan zichtbaar als een heldere vuurbol. Door de ontploffing kunnen bomen ontwortelen en ramen sneuvelen. De populaire naam is “vallende ster”, maar hoewel het verschijnsel soms kort oplicht als een ster, heeft het niets met een ster van doen.
Aphelium – perihelium Lees verder
Het perihelium is het punt in de baan van een object dat om de Zon beweegt dat het dichts bij de Zon ligt. In zijn aphelium is een object juist het verst van de Zon verwijderd.
Aardscheerders – NEO’s Lees verder
Objecten in ons zonnestelsel die de Aarde dichter naderen dan de Maan bij ons vandaan staat nl. 400.000km. noemt men aardscheerders. Op 15 februari 2013 scheerde de 30 meter grote planetoïde 2012 DA14 op nog geen 28.000 km. langs de Aarde. Hij kwam daarbij zelfs binnen de baan waarin onze communicatie- en weersatellieten hebben geplaatst (geostationaire baan). Objecten die binnen 45 miljoen km. van de aardbaan komen, noemen we Near-Earth Objects (Neo’s). We kennen er nu ruim 10.000 en de grootste is ca. 34 km.
Zonsverduistering Lees verder
De Aarde staat op 150 miljoen km. afstand van de Zon. De Maan is 400 maal kleiner dan de Zon, maar staat ook 400 maal dichterbij (ongeveer 400.000 km.) Daardoor lijkt het alsof de Maan net zo groot is als de Zon. Tijdens nieuwe Maan draait de Maan tussen de Aarde en de Zon in. De Maan wordt dan aan de achterzijde door de Zon belicht en is niet te zien vanaf de Aarde, tenzij de Maan precies voor de Zon langs draait. Er is dan sprake van een zonsverduistering en soms van een volledige zonsverduistering. Het licht van de Zon wordt dan volledig afgedekt door de Maan en op het gedeelte waar de schaduw van de Maan het aardoppervlak raakt, wordt het overdag voor korte tijd volledig donker. De corona van de Zon wordt zichtbaar als een prachtige stralenkrans. De natuur reageert hierop alsof de nacht valt. Kippen en andere vogels gaan op stok. Op zulke momenten zijn overdag sterren en planeten zichtbaar
Maansverduistering Lees verder
Bij volle Maan en op het moment dat de Aarde precies tussen de Zon en de Maan in staat, verdwijnt de Maan soms in de aardschaduw. Op dat moment is er sprake van een maansverduistering. Normaal zou de Maan dan niet zichtbaar moeten zijn, maar doordat het zonlicht door de aardatmosfeer wordt afgebogen, zien we de Maan toch een beetje met een roodbruine kleur.
Snelheden in het heelal Lees verder
De snelheid in het heelal is relatief. Snelheid is weliswaar meetbaar, maar is pas merkbaar indien je die kunt afzetten tegen een ander voorwerp.
De snelheid waarmee de Aarde om haar as draait zorgt er voor dat mensen aan de evenaar ongeveer 44.000 km per dag afleggen, zonder dat we ons dat bewust zijn. Reizen we met een ruimteschip naar de Maan (ongeveer 400.000 km) dan doen we daar ongeveer 3 dagen over. Maar stel dat je reist tussen de sterren, dan zul je je niet bewust zijn van snelheid, want het is er leeg en je hebt niets om mee te vergelijken. Reis je met de snelheid van het licht (360.000 km/seconde) naar de dichtstbijzijnde ster Proxima Centauri, dan doe je er 4,5 jaar over om die ster te bereiken. Het grootste gedeelte van je reis is alles zwart en leeg om je heen en je bent je niet bewust van je snelheid.