Oortwolk

 


Bron: o.a. Wikipedia, bewerkt: A.G. Hol (2014)

Algemene informatie
Op een afstand van ongeveer tussen de 50.000 en 100 000 Astronomische Eenheden (AE) van de Zon bevindt zich een veronderstelde wolk van grote, komeetachtige objecten bestaande uit ijs- en rotsbrokken rondom ons zonnestelsel.
Lees verder
Deze wolk, die bekend staat als de Oortwolk, werd gesuggereerd door de Nederlandse astronoom Jan Hendrik Oort en is momenteel nog steeds de enige waarschijnlijke theorie die het ontstaan van langperiodieke kometen kan verklaren. Deze objecten bevinden zich zover weg van de Zon dat, als andere sterren ook zo’n wolk hebben, de wolken van nabijgelegen sterren in elkaar kunnen overlopen. De Oortwolk heeft de vorm van een bol, die in alle richtingen geheel ons zonnestelsel omvat. Het heeft een straal van 1 à 2 lichtjaar en verklaart onder andere waarom er zo nu en dan kometen zichtbaar worden, die overal aan de hemel kunnen verschijnen. De wolk ligt dus niet in het vlak van de ecliptica. Tot nu toe zijn er, buiten kometen natuurlijk, geen objecten met zekerheid gekend uit de Oortwolk. Wel is de recentelijk ontdekte Sedna mogelijk een object uit de binnenste Oortwolk dat zich relatief dicht bij de Zon bevindt.

Hypothese
De Oortwolk is een hypothese van Jan Hendrik Oort om te verklaren waarom er nog steeds kometen zijn. Kometen vallen immers uit elkaar na een aantal omlopen door het binnenste deel van het zonnestelsel. Lees verder
Na elke omwenteling om de Zon verliezen ze zoveel massa (stof en gas) dat er nog slecht een rotsblok overblijft. Sinds het begin van het zonnestelsel, ongeveer vijf miljard jaar geleden, zouden alle kometen allang uit elkaar gevallen moeten zijn.

Jan Hendrik Oort
De vader van de Oortwolk is de Nederlandse astronoom Jan Hendrik Oort. Deze sterrenkundige, die algemeen beschouwd wordt als één van de grootste astronomen van de voorbije eeuw, werd geboren op 28 april 1900 in het dorpje Franeker maar zijn ouders verhuisden al vlug naar Oestgeest.
Lees verder
In 1917 ging Oort studeren aan de Rijksuniversiteit van Groningen, waar hij in 1921 zijn doctoraalexamen in de astronomie behaalde. Na een jaar te hebben gewerkt als assistent in Groningen, verhuisde Oort naar de Verenigde Staten om daar te gaan werken bij het observatorium van de prestigieuze universiteit van Yale. In 1924 ging hij echter terug naar Nederland, waar hij de rest van zijn leven werkte aan de universiteit van Leiden. Met zijn proefschrift over ‘sterren met hoge snelheden’ promoveerde Jan Hendrik Oort twee jaar later cum laude. Gedurende zijn leven promoveerde hij nog enkele malen, om uiteindelijk hoogleraar te worden aan de universiteit van Leiden. Oort overleed op 5 november 1992, waarop de bekende natuurkundige Subramanyan Chandrasekhar reageerde: “The great oak of astronomy has been felled and we are lost without its shadow”. Hiermee benadrukte Chandrasekhar de enorme bijdrages van Oort aan de sterrenkunde.

Kort-periodieke en lang-periodieke kometen
Kometen kunnen in twee categorieën worden ingedeeld: kort-periodiek en lang-periodiek. Kortperiodieke kometen (kometen met een omlooptijd van minder dan 200 jaar) komen van de Kuipergordel, die ligt tussen de baan van Neptunus en de Oortwolk.
Lees verder
Een voorbeeld hiervan is de komeet van Halley, die een omlooptijd van 76 jaar heeft. Langperiodieke kometen met een omlooptijd van vaak duizenden jaren, komen waarschijnlijk van de Oortwolk. Ze komen een keer langs en verdwijnen daarna voor onbepaalde tijd. Een voorbeeld hiervan is de komeet Hale-Bopp.

Ontstaan van kometen
De Oortwolk is een overblijfsel uit de tijd dat ons zonnestelsel ontstond. Men neemt aan dat andere sterren op soortgelijke wijze als de zon ontstaan en dus eveneens omgeven zijn door dergelijke wolken.
Lees verder
Door de enorme afstanden waarop deze wolken zich van hun centrale ster(ren) bevinden (de buitenste randen) is het niet ondenkbaar dat er soms komeetlichamen van het ene naar het andere zonnestelsel ‘oversteken’. Theoretisch is het dan mogelijk dat sommige lang-periodieke of ‘eenmalige’ kometen die aan de aardse hemel verschijnen niet oorspronkelijk uit ‘onze’ solaire Oortwolk afkomstig zijn maar uit het interstellair medium buiten ons zonnestelsel.

Structuur en compositie
Volgens sommige schattingen zou de Oortwolk pas eindigen bij ongeveer 100.000 tot 200.000 AE. De Oortwolk kan worden onderverdeeld in de ronde buitenste Oortwolk van 20.000 tot 50.000 AE en een donut-vormige binnenste Oortwolk van 2.000 tot 20.000 AE.
Lees verder
De buitenste Oortwolk is door de grote afstand slechts weinig met de Zon verbonden. Men vermoedt dat de buitenste Oortwolk bestaat uit enkele biljoenen objecten die groter zijn dan een kilometer. Daarvan zijn er vele miljarden groter dan twintig kilometer. Deze objecten liggen vaak miljoenen kilometers van elkaar vandaan. De totale massa is niet bekend, maar als Komeet Halley als voorbeeld wordt genomen voor alle kometen in de buitenste Oortwolk, dan zou de massa ongeveer 3 x 1025 kilogram zijn, ongeveer drie keer de massa van de Aarde. De massa van de binnenste Oortwolk is niet bekend.

Samenstelling
De meeste kometen in de Oortwolk bestaan waarschijnlijk uit verschillende soorten ijs, zoals waterijs, methaan, ethaan, koolstofmonoxide en waterstofcyanide. Maar door de ontdekking van de komeet 1996 PW wordt ook gedacht dat er rotsachtige kometen voorkomen.

Oorsprong
Men denkt dat de Oortwolk een overblijfsel is van een protoplanetaire schijf die ongeveer 4,6 miljard jaar geleden, gelijk met ons zonnestelsel, werd gevormd.
Lees verder
Waarschijnlijk was de Oortwolk oorspronkelijk veel dichter bij de Zon, maar werden de objecten door de gravitatie van gasreuzen, zoals Jupiter, weggeworpen. Simulaties suggereren dat de massa van de Oortwolk ongeveer 800 miljoen jaar na de formatie op zijn hoogst was. In juni 2010 suggereerden Harold F. Levinson en anderen dat de Zon kometen van andere sterren aantrok toen zij zich nog in de sterrenhoop bevond. Hun resultaten impliceerden dat een groot deel van de objecten in de Oortwolk van protoplanetaire schijven van andere sterren komt.